Land

De totale oppervlakte van Spanje bedraagt 505.782 km2, inclusief de Balearen, de Pityusen en de Canarische Eilanden. Spanje neemt daarmee meer dan vier vijfde van het Iberisch Schiereiland in beslag en is ruim twaalf maal zo groot als Nederland. Spanje is na Rusland, Frankrijk en Oekraïne het vierde land van Europa.

Landschap

Het kernlandschap van Spanje is de Meseta, een zeer uitgestrekte hoogvlakte, die door het granietrijke Castiliaans Scheidingsgebergte (Cordillera Central; 600 kilometer lang) in tweeën wordt gesplitst: de Submeseta Norte en de Submeseta Sur, ook wel Oud-Castilië en Nieuw-Castilië genoemd. De hoogste top is de Pico Almazor (2592 m). Het noordelijk deel van de Meseta ligt op een hoogte van 800-900 meter, het zuidelijk deel ligt op een hoogte van 600-700 meter.
De zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de Sierra Morena, de noordoostelijke begrenzing door het jongere Iberisch Randgebergte, dat het jonge dalingsgebied van de Ebro begrenst. De Ebro breekt in de benedenloop door het langs de kust gelegen Catalaans Gebergte. De Pyreneeën, met toppen boven de 3000 m (hoogste top Pico de Aneto, 3404 m), zijn in het oosten vrij breed en worden naar het westen toe steeds smaller.

Rivieren

De grote rivieren Duero, Tajo (Taag) en Guadiana volgen de naar het westen afhellende Meseta en stromen, evenals de in het Andalusisch Gebergte ontspringende Guadalquivir, in westelijke tot zuidwestelijke richting naar de Atlantische Oceaan. In het noordelijke gedeelte van de Meseta stroomt de Duro (895 km) en in het zuidelijke gedeelte de Tajo (1007 km). Tussen deze twee rivieren ligt de hoofdstad Madrid. De in het Cantabrisch gebergte ontspringende en in zuidoostelijke richting stromende Ebro is de enige grote rivier die naar de Middellandse Zee stroomt.

 

Bronnen

https://www.landenweb.nl/spanje/

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gebergtevorming